
Orthomoleculaire therapie
Orthomoleculaire geneeskunde heeft als doel om je gezond en fit te laten voelen door volwaardige, gezonde voeding, zonodig aangevuld met voedingssupplementen.
Orthomoleculaire geneeskunde is een volwaardige aanvulling op de wetenschap van de geneeskunde en de homeopathie.
De toepassing van de Orthomoleculaire geneeskunde trok mij aan omdat er gebruik wordt gemaakt van voedingsstoffen die van nature voorkomen in de voeding. Er is onderzoek naar gedaan en kan een fantastische aanvulling zijn op de reguliere geneeskunde en de homeopathie.
NIEUW: GRATIS TELEFONISCHE INFORMATIE OVER HOMEOPATISCHE GENEESMIDDELEN EN VOEDINGSSUPPLEMENTEN.
De nieuwe EU regels over voedingssupplementen en probiotica verbieden zelfs om openbaar inlichtingen te verschaffen over deze middelen. Daardoor kreeg ik het idee om u toch die info te verschaffen maar per telefoon. Het is geheel vrijblijvend en ik ga een speciaal spreekuur openen om u te woord te staan. En wel m.i.v vandaag.
Vrijdagochtend van 9-10 uur en Di. avond van 20.00-21.00 uur. Tel: 0182-584053 of: 527780. Mocht ik er even niet zijn, spreekt u dan uw naam en telefoonnummer in, dan bel ik u DV terug.
Welke mensen kunnen hier mee geholpen worden?
Patienten die te horen hebben gekregen van hun arts:
– dat de klachten tussen de oren zitten
– men moet maar met de klachten leren leven
– hun klachten een gevolg zijn van de normale veroudering.
Speciaal bij spijsverteringsstoornissen: darmproblemen, brandend maagzuur,flatulentie enz. Maar ook bij slapeloosheid , artrose, artritis en emotionele klachten zoals stress, gedragsstoornissen bij kinderen. Voedingsadviezen en gewichtsbeheersing behoren ook tot de mogelijkheden. Het IS te doen om lekker te eten en toch gewicht te verliezen.
Samen met U wil ik U helpen vitaal te worden en te blijven.
‘Voeding zou veel belangrijker moeten zijn in de huisartspraktijk’
Tamara de Weijer, huisarts
Drs. Tamara de Weijer is huisarts en zeer geïnteresseerd in voeding. Ze spreekt op het vierde congres Arts en Voeding over haar ervaringen in de praktijk.
Je kennis over voeding, komt die uit de huisartsenopleiding?
‘Helaas niet. In mijn studie geneeskunde en de specialisatie daarna tot huisarts heb ik in totaal misschien 5 uur les gehad over voeding. Niet voor niets wordt de studie vaak ook “medicijnen” genoemd! Mijn interesse in voeding komt voort uit eigen ervaring. Na mijn zwangerschap was ik flink aangekomen en een vriendin raadde me aan om puur en onbewerkt te gaan eten. Nu dacht ik altijd dat ik best gezond at. Ik at vrij traditioneel, met twee broodmaaltijden, ’s avonds een warme maaltijd met aardappelen, groenten en vlees. Regelmatig gebruikte ik pakjes en zakjes en ook halvarine, light producten en magere zuivel. Alles vanuit de gedachte dat vet ongezond was. Door de tips van die vriendin verdiepte ik me in het onderwerp en heb ik mijn eetgewoontes veranderd. Nu eet ik veel meer groenten en peulvruchten, ik eet minder brood en ook bij de warme maaltijd eet ik minder koolhydraatrijke producten als pasta en aardappelen. Ik eet volle zuivelproducten, noten, fruit, avocado en veel vis. Met resultaat: al na 2 weken voelde ik me veel energieker en al binnen enkele maanden kwam ik ook weer op het juiste gewicht.’
Maar dat was dus alleen je eigen ervaring…
‘Precies. Als huisarts was ik niet gewend om ook voedingsadviezen te geven. De eerste keer dat ik mijn eigen voedingsadviezen ook aan een patiënt doorgaf, was bij een man met diabetes type 2. Hij moest eigenlijk aan de medicijnen, maar wilde niet. Ik vertelde hem mijn ideeën over gezond eten en hij wilde het proberen. Na een half jaar begeleiding is hij helemaal “genezen” van diabetes, al mag je dat officieel niet zeggen. Hij verloor 12 kilo, zijn buikomvang nam spectaculair af en zijn bloedwaardes zijn uitstekend. Helemaal zonder medicijnen.’
Ben je toen vaker voedingsadviezen gaan geven?
‘Ja! Ik werkte toen in een praktijk in Almere en kreeg van mijn collega en de praktijkondersteuners de kans om dit te doen. Ik heb mensen begeleid met de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, diabetes, overgewicht, noem maar op. Bij de mensen die echt gemotiveerd zijn, is het resultaat vaak verbluffend goed. Ik heb bijvoorbeeld een vrouw met Crohn begeleid, die nu geen medicijnen meer nodig heeft. En ik adviseerde een man met colitis ulcerosa, die al 3 jaar lang nauwelijks kon functioneren vanwege buikpijn en diarree. Nu is hij pijnvrij. Ik zeg niet dat ik de wijsheid in pacht heb, maar ik zie heel goed wat goede voeding kan doen. Voeding zou veel belangrijker moeten zijn in de eerste lijn! Inmiddels heb ik meer dan 50 patiënten begeleid. Ik ben nu – naast mijn werk als huisarts – bezig met het opstarten van een promotie-onderzoek, waarin ik wil aantonen hoe belangrijk goede voedings- en leefstijladviezen zijn voor mensen met diabetes mellitus type 2.’
Hoe motiveer jij je patiënten?
‘In het eerste gesprek vertel ik kort wat pure voeding inhoudt. Ik leg mijn patiënten uit dat de eerste 2, 3 weken het lastigst zijn, maar dat ze daarna vaak zullen merken dat hun energiepeil toeneemt en dat ze zich beter zullen voelen. Ik stuur ze per mail verder veel informatie, recepten en tips voor boeken. Na 6 weken zie ik ze dan weer en bij de meeste mensen is dan het nieuwe eetpatroon echt ingedaald. Ik zie het meteen als ze binnenkomen: hun huidskleur is roziger en gezonder. En ze voelen zich vrijwel allemaal veel beter.’
Gewetensvraag: waarom schakel je de diëtist niet in?
‘Tja, die vraag kan ik verwachten als ik geïnterviewd wordt voor deze website! Eerlijk gezegd heb ik niet zulke goede ervaringen met diëtisten. Ze houden zich vast aan de klassieke adviezen van de Schijf van vijf en ze adviseren light producten als halvajam en frisdrank. De diëtisten die ik heb gesproken, stonden niet open voor een andere aanpak of andere inzichten. Heel teleurstellend vond ik dat en dan verwijs ik ook niet naar ze door. Overigens heb ik inmiddels ook andere diëtisten ontmoet, die meer openstaan voor verandering en die bijvoorbeeld ook het FODMAP-dieet voorschrijven. Daar verwijs ik wel patiënten naar door. Ik denk dat de diëtisten en huisartsen door een goede samenwerking veel meer kunnen bereiken.’
BRON: http://www.nieuwsvoordietisten.nl/aan-het-woord/aan-het-woord/article/voeding-zou-veel-belangrijker-moeten-zijn-in-de-huisartspraktijk/
